De naam "Oorsprong" komt in 1424 reeds voor, als het goed tot Oersprongen beleend wordt door de heren van Doorwerth. Het goed wordt in de eeuwen hierna steeds vergroot dan wel verkleind, tot het wordt verdeeld en sprake is van "Hoog Oorsprong" en "Laag Oorsprong".
In 1814 wordt dhr. J. Backer eigenaar van de "Oorsprong", hij laat een suikerfabriek (waarin suikerbieten uit de Betuwe worden verwerkt) bouwen in het lagere gedeelte van het landgoed, alsmede een woonhuis, een stalling voor paarden en vee en een dienstwoning. Ter verfraaiing van het landgoed laat Backer diverse fonteinen, cascades en andere waterwerken aanleggen. In 1831 heeft het een omvang van 32 hectare, in 1846 wordt het uitgebreid tot 73 hectare.
De volgende eigenaar is Baron van Brakell (eigenaar/bewoner van kasteel Doorwerth) die het landgoed in 1851 verwerft. De dochter van baron van Brakell erfde het landgoed in 1878. Het landgoed had toe een omvang van 191 ha. Haar echtgenoot, Jhr. A.W. van Borssele beheerde het landgoed. Na zijn dood in 1903 viel het landgoed uiteen en werd het verkaveld.
Rond 1907 wordt dhr. N.J. van Hasselt eigenaar van het oostelijke deel van het voormalige grote landgoed. Hij neemt landschapsarchitect L. Springer in de arm om het landgoed in landschapsstijl te herinrichten en te verfraaien. In 1919 brandt het woonhuis af.
N.V. De Tafelberg verwerft het landgoed vrijwel direct na deze brand om het in 1920 te verkopen aan dhr. J. Frowein. Deze laatste laat een nieuw herenhuis bouwen, dat in 1944/45 door oorlogshandelingen wordt verwoest. De gemeente Renkum wordt in 1956 eigenaar van de Laag Oorsprong, welke dan een omvang heeft van ruim 9 hectare.